Op mijn werk hoor ik dat een deelnemer tegen collega’s zegt dat ik niets doe voor hem. Mijn collega’s werken in een andere ruimte en ik vang hun gesprek op. Innerlijk reageer ik met verbazing en denk ‘vorige week nog heb ik de man ondersteunt bij drie praktische vragen en ik heb toen verdomme tijd vrij gemaakt om hem te ondersteunen’. Tijdens deze ontmoeting heb ik naar hem geluisterd en hem de erkenning gegeven dat ik hem gehoord heb, geholpen en ondersteunt bij zijn praktische vragen. Nu ik de man hoor zeggen dat ik niets voor hem doe realiseer ik me dat ik in mezelf verontwaardiging ervaar.
Ik besluit naar de werkruimte van mijn collega’s te gaan en zeg ‘goedemorgen’ waardoor de man mij ziet en achter mij aanloopt als ik weer richting mijn werkruimte loop waar hij vervolgens zijn verontwaardiging begint te spuien. Als ik de man zeg ‘ik stop met deze discussie waarop hij mijn werkruimte verlaat’ realiseer ik me dat ik naar de werkruimte van collega’s ging om bij de man verhaal te halen naar aanleiding van zijn onjuiste uitspraken.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik in mijzelf verontwaardiging ervaar nadat ik de man hoor zeggen dat ik niets voor hem doe.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik innerlijk verbazing ervaar omdat de man zegt dat ik niets voor hem doe.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard te denken dat de man mij vals beschuldigd.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik vervolgens innerlijk participeer in de energie van verontwaardiging.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik innerlijk miskenning ervaar omdat de man mijn ondersteuning bekritiseert.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik vervolgens naar de werkruimte van mijn collega’s loop om bij de man verhaal te halen.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik niet de tijd neem om naar de man zijn argumenten te luisteren.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik de man terechtwijs omdat ik van hem excuses verlang.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik innerlijk verontwaardigd reageer en de keuze maak om de man te overtuigen van zijn ongelijk met argumenten ‘ik heb vorige week wel tijd vrij gemaakt en je ondersteunt bij praktische vragen’.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik de man verwijt ‘jij denkt zwart wit’ en ‘alles of niets alsof daar niets anders tussen zit’
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard te denken ‘het is nooit goed genoeg wat ik doe’.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik in mijzelf verontwaardiging ervaar omdat de man onjuiste informatie verstrekt aan mijn collega’s.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik verontwaardig reageer ‘omdat de man onjuiste informatie verstrekt’ waardoor ik denk ‘hoe zullen mijn collega’s mij nu beoordelen’.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik innerlijk irritatie ervaar nadat de man zijn verontwaardiging begint te spuien.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard te denken dat de man mijn inzet niet waardeert.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard te denken dat mijn collega’s mijn inzet negatief kunnen beoordelen.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik verontwaardig reageer naar aanleiding van onjuiste informatie.
Ik vergeef mijzelf dat ik in mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik participeer in de energie van verontwaardiging omdat ik voor mijn inzet ‘innerlijk naar erkenning verlang.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard nadat ik in reactie schiet besluit dat ik de man ter verantwoording wil roepen voor zij onjuiste uitspraken.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik de man ter verantwoording wil roepen omdat ik geen verantwoordelijkheid neem voor de verontwaardiging die ik innerlijk ervaar.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik innerlijk mijn toewijding en praktische inzet niet erken.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik ondanks mijn praktische ondersteuning aan de man tóch verontwaardiging in mijzelf ervaar.
Als en wanneer ik naar aanleiding van onjuiste uitspraken van een ander innerlijk verontwaardiging ervaar, Stop en Adem.
Ik realiseer me zie en begrijp dat ik in verontwaardiging schiet als ik innerlijk ervaar dat anderen mijn inzet negatief kunnen beoordelen.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard ondanks dat ik overtuigd ben van het feit dat ik de man de gelegenheid heb geboden dat hij praktische zaken kan regelen ‘vervolgens toch in reactie schiet’ omdat ik onbewust nog denk dat wat ik ook doe toch nooit goed genoeg zal zijn.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik mijn collega’s eigenlijk wil overtuigen dat ik goed genoeg ben.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard te denken dat ik het risico loop dat mijn inzet door anderen negatief beoordeeld kan worden.
Als en wanneer ik denk dat anderen mijn inzet negatief beoordelen, Stop en Adem.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik ondanks mijn overtuiging dat ik de man effectief ondersteunt heb, me realiseer dat ik me innerlijk identificeer met de energie van miskenning die rondspookt in mijn geest als mijn mantra ‘wat ik doe zal tóch nooit goed genoeg zijn’.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik mij gedraag als het slachtoffer van mijn miskenning.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik overtuigd ben van mijn gedachten ‘waar doe ik het allemaal voor want wat ik doe zal tóch nooit genoeg zijn’.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik mijzelf beschuldig omdat ik mijn praktische inzet negatief beoordeel.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik ondanks de praktische effectieve ondersteuning aan de man, twijfel aan de effectiviteit van mijn inzet omdat ik mijn collega’s tóch wil bewijzen wat ik gedaan heb voor hem ‘goed genoeg was in dat moment’.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik anderen wil overtuigen en bewijzen ‘dat ik goed genoeg ben’.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard ondanks wat goed gaat tóch verontwaardig reageer als anderen mijn inzet negatief waarderen.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard doordat ik focus op wat fout gaat innerlijk negativiteit en verontwaardiging ervaar.
Ik realiseer me dat de man mij laat zien dat ik focus opdat wat er innerlijk in mij fout gaat.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik focus opdat wat er innerlijk fout gaat waardoor ik niet zie dat ik de man dankbaar mag zijn dat hij mij laat zien dat ik innerlijk verontwaardiging manifesteer als ik veronderstel dat ik van anderen geen erkenning ontvang omdat ik naar positieve erkenning en waardering verlang.
Als ik innerlijk de energie van miskenning ervaar, Stop en Adem.
Ik ga met mezelf de verbintenis aan dat ik praktische ondersteuning aan deelnemers per deelnemer beschrijf in een document waardoor ik mijn praktische ondersteuning effectief onder ogen kom en zie dat ik toegewijd ben en mijn praktische inzet kan bijstellen op punten die nog om aandacht vragen.