Dag 460 Hypocritical Coziness.

De afgelopen dagen kreeg ik van verschillende mensen een uitnodiging om aanwezig te zijn bij een activiteit. Echter, hun aanbod heb ik genegeerd. Ik realiseer me zie en begrijp dat ik activiteiten en mensen vermijd waarvan ik veronderstel ‘zij verwachten van mij dat ik gezellig moet zijn’.

Ik realiseer me dit vermijdingspatroon en denk ‘wat is tóch steeds de aanleiding dat ik uitnodigingen negeer?’

Nadat ik mezelf bevraag komt er een gedachte in mijn bewustzijn bovendrijven:

‘Als kind moest ik thuis meewerken in de zaak van mijn ouders. Ik werd door hen verplicht om me klantvriendelijk en gezellig te gedragen. Dit om ‘de klanten en mijn ouders’ tevreden te stemmen’.

Geveinsde Gezelligheid – wordt vervolgd in volgende blog.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb te denken dat ik verplicht ben dat ik anderen tevreden moet stemmen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik streng ben voor mezelf omdat ik mezelf een verplichting opleg door te denken dat ik verplicht ben dat ik anderen tevreden moet stemmen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik mezelf niet toesta om gezelligheid te ervaren omdat ik gezelligheid innerlijk ervaar als verplichting en pressiemiddel waaraan ik moet voldoen om door anderen geaccepteerd te worden.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb te denken dat ik anderen me alleen maar waarderen als ik hen vermaak door te denken dat ik hen tevreden moet stemmen op momenten waarin ik innerlijk niet ervaar ‘ik ben gezellig’.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik mezelf geen activiteiten toesta die ik associeer met ‘ik ben verplicht dat ik me gezellig profileer’.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb te denken dat ik me moet aanpassen aan ‘gezelligheid’, mijn norm/betekenis/abstract-denkbeeld, als zodanig in mezelf aanvaard en toegestaan.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik innerlijk frictie ervaar ten opzichte van mijn geveinsde gezelligheid.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik bij het woord gezelligheid innerlijk frictie ervaar omdat ik gezelligheid associeer met ‘schijnheiligheid’.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik innerlijk gezelligheid associeer met schijnheiligheid omdat ik schijnheiligheid veinzen verafschuw.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb door te denken aan gezelligheid vervolgens aan mijn moeder denk.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb als kind te denken ‘mijn moeder verplicht me dat ik mijn bijdrage moet leveren aan gezelligheid’ op momenten dat ik mezelf innerlijk ongelukkig ervaarde.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik veronderstel dat iets of iemand buiten mij me verplicht dat ik gezellig moet zijn.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb te denken dat ik mee moest doen met schijnheiligheid en geveinsde gezelligheid in het belang van de klantvriendelijkheid.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb te denken dat ik ervoor verantwoordelijk was om mijn ouders en klanten tevreden te stemmen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik activiteiten afzeg die ik innerlijk associeer met gezelligheid omdat ik van mezelf niet langer wil/moet meedoen aan de verplichte aspecten van ‘gezelligheid’.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik niet langer wil meedoen/meewerken aan mijn denkbeelden die ‘me verplichten om positieve en negatieve aspecten van gezelligheid te veinzen’.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik innerlijk eenzaamheid, leegte, schaamte en triestheid ervaar als ik terug denk aan de momenten dat ik verplicht werd dat ik klanten en mijn ouders tevreden moest/wilde stemmen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik door mijn denkbeelden veronderstel en mijn ouders verwijt dat zij geen oog hadden voor mijn behoeften op de momenten dat zij kritiek hadden op mijn gedrag als ik volgens hen niet voldeed aan hun geveinsde gezelligheid spelregels.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat me aanpas aan de grillen en grollen van anderen omdat ik als ik tegenwerk ongehoorzaam ben omdat ik de gezelligheidsregels negeer.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik me aangepast heb aan de eisen van mijn ouders op momenten dat ik innerlijk weerstand heb ervaren.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik kort geleden uitnodigingen negeer omdat ik een mechanisme opgebouwd heb dat ‘tegenwerkt’ of ‘niet mee wil doen’ aan ‘geveinsde gezelligheid’.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik innerlijk een wraakmechanisme heb ontwikkelt en me verzet tegen verplichte gezelligheid.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik bewust situaties en mensen negeer die ik innerlijk associeer met mijn denkbeelden ‘ik wordt verplicht mee te doen aan geveinsde gezelligheid’.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb te denken dat ik tijdens contact met anderen verplicht ben dat ik gezellig moet zijn.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik situaties en mensen vermijd.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik  mezelf ‘wreek, straf en tegenwerk’ omdat ik niet samen wil zijn met anderen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik sociale interactie vermijd vanuit mijn negatief geladen denkbeelden ‘ik wordt verplicht dat ik mee moet doen aan geveinsde gezelligheid’.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik beweeg vanuit wrok/wraak als ik bewust situaties en mensen vermijd door te denken ‘ik wordt door anderen verplicht dat ik gezelligheid promoot’.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik uitnodigingen negeer of afzeg uit angst dat anderen mijn aanwezigheid niet ervaren als ‘daar is de gezellige Jan’.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard heb dat ik innerlijk angst ervaar als ik niet in staat ben om gezelligheid te veinzen tijdens een activiteit of in relatie tot iemand omdat ik bang ben voor een negatieve reactie.

Ik vergeef mijzelf dat ik mezelf toegestaan en aanvaard het dat ik innerlijk angst en schaamte ervaar bij de gedachte ‘ik kan niet langer voldoen aan mijn zelf opgelegde eis dat ik moet voldoen aan geveinsde gezelligheid’.

Als en wanneer ik innerlijk angst en schaamte ervaar bij de gedachte ‘anderen waarderen me alleen maar als ik me gezellig gedraag’, dan stop ik en adem. Ik realiseer me dat ik me heb aangepast aan mijn denkbeelden ‘ik wordt door mijn omgeving verplicht dat ik me gezellig gedraag’ en als dit niet het geval blijkt ‘dan hebben zij kritiek op mijn afwijkend gedrag en vervolgens negeren zij mij en mijn drang dat ik onvoorwaardelijke steun en begrip van mijn ouders verwacht’.

Als en wanneer ik uit angst voor afwijzing van mijn behoeften mijn behoeften inslik, dan stop ik en adem. Ik realiseer me zie en begrijp ‘door gehoorzaam te zijn aan mijn denkbeelden dat ik me wil aanpassen aan mijn omgeving en daardoor mijn Zelfoprecht verloochen’. Ik realiseer me zie en begrijp ‘door studie te maken van mijn relatie (denkbeelden) met mensen en dingen in en buiten me, begin ik mijn mind denkbeelden te begrijpen.

Ik stel mijzelf ten doel dat ik mijzelf en mijn denkbeelden ‘feitelijk onder de loep moet nemen’ – zoals ik mezelf heb toegestaan en aanvaard en ben als mind denkbeelden in dat moment en me niet langer verstop achter abstracte denkbeelden zoals ik zou willen zijn’ -, hierop zelfvergeving uitschrijf of door de weerstand adem/beweeg en Zelfoprecht de ervaring in Hier met mensen en situaties ervaar.

Volgende blog: ‘Geveinsde Gezelligheid’.

 

 

 

Dag 443 Met elkaar overleggen.

Naar aanleiding van een gebeurtenis op mijn werk heb ik een gesprek gehad met een collega in bijzijn van mijn teamleider en zijn leidinggevende. Wij hebben gezamenlijk besproken, gekeken, nagedacht en overwogen hoe wij constructief kunnen samenwerken. Wij hadden overleg met elkaar.  

Vooraf aan dit gesprek had ik richting bepaald en mij voorgenomen dat ik tijdens dit gesprek  zonder vooroordeel zou luisteren naar de argumenten van elkaar met respect voor elkaars argumenten vanuit mijn overtuiging dat de ander iets voor hem/haar belangrijks te melden heeft. Ik had mijzelf ten doel gesteld ‘ik luister naar de argumenten van de ander(en). 

Gedurende dit gesprek werd mij duidelijk dat de aanwezigheid van mij en mijn teamleden binnen het werkgebied van mijn collega, weerstand oproept bij hem, omdat gemaakte afspraken ‘de momenten dat wij gebruik kunnen maken van faciliteiten binnen zijn werkgebied’ voor hem onduidelijk waren. Zie vorige blog.

Tijdens het gesprek was ik rustig en beheerst en liet mij niet verleiden door de beschuldigingen van mijn collega. Hij noemde mij een leugenaar want mijn verhaal kwam niet overeen met zijn versie. Ik benoemde de inhoud (concrete werkafspraken) en heb hiervoor meetbare argumenten aangedragen in overeen stemming met de afspraken die er al waren. Zo bleek tijdens het gesprek dat deze afspraken voor mijn collega niet duidelijk waren. Hij voelde zich overrompelt door onze komst binnen zijn werkgebied. Na zijn uitleg, en mede door dit overleg, werd mij duidelijk waar voor hem de schoen wringt.

Realisatie: ‘door zijn uitleg heb ik begrip voor zijn reactie’.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik de inbreng van mijn collega bekritiseer, zonder uitleg, overleg en inzicht in de argumenten van mijn collega. Als en wanneer ik de bijdrage van mijn collega bekritiseer, dan Stop ik en Adem.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik de bijdrage of mening van anderen bekritiseer omdat ik geen oog heb voor hun bijdrage.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik bij afwijkende argumenten denk ‘jij bent ongeschikt voor deze functie (collega) of zoals ik vroeger dacht.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik bij afwijkende gedrag, anders dan wat ik voor ogen had, van mening was dat zij ongeschikt waren als ouder, juf of andere mensen waarvan ik dacht dat zij mij of mijn bijdrage belachelijk maakte.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik mij meer geschikt achtte dan anderen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik mijzelf als mens en gedrag profileer als ‘geschikt – perfect’ en gedrag van de ander ‘als’ ongeschikt – ondeugdelijk.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik door ruzie en conflict tussen mijn ouders gedachten heb aangeleerd en dacht ik zal het beter gaan doen dan jullie, waardoor ik de energie van conflict heb veroordeeld als negatief. 

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik van mening was dat zij ongeschikt waren om voor mij te zorgen, want ik dacht ‘jullie bekritiseren elkaar voortdurend en naar buiten toe zijn jullie vriendelijk.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik mij door hun schreeuwerige, onvriendelijke en agressieve communicatie onveilig voelde en dacht dat zij elkaar niet respecteerde als mens.  

Als en wanneer ik de energie van kritiek ervaar, dan Stop ik en Adem.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik na de gebeurtenis met mijn collega overwogen heb om te stoppen met mijn werk.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik mij in zijn bijzijn, door zijn schreeuwerige, agressieve en onvriendelijke gedrag, onveilig en niet gerespecteerd voelde.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik door zijn houding ging twijfelen of ik geschikt ben om, om te gaan met conflictsituaties.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik mij niet gerespecteerd voelde omdat mijn collega mijn verzoek tot overleg in mijn bijzijn besprak met andere collega’s waardoor ik dacht ‘mijn visie/ervaring wordt niet meegenomen in jouw verhaal.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik dacht ‘jij bent niet oprecht en schijnheilig’.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik vervolgens dacht zelfs de collega’s waartegen jij jouw verhaal doet, bevragen mij niet, waardoor ik in hen ook potentiele vijanden zie, omdat ik niet bevraagd wordt, en van uitleg en overleg wordt uitgesloten, omdat ik mij door de energie van kritiek die ik mij Gewaar werd in mijzelf, ging afsluiten voor overleg, uitleg, dialoog en open ‘Geweldloze’ communicatie. 

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard zodra ik veronderstel ‘als’ ik door collega’s wel gesteund en gehoord wordt, dan wordt ik serieus genomen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik meer vertrouwen heb in mensen die vriendelijk zijn, en een voorkeur heb ontwikkelt voor en focus op mensen die de energie van vriendelijkheid uitstralen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard omdat ik de energie van conflict in mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik veronderstel dat vriendelijkheid ook ieder moment kan omslaan in vijandigheid, zodra ik dit in mijzelf, bij/door de ander waarneem in zijn/haar mimiek en toonhoogte, wat ik interpreteer als agressieve communicatie.  

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik door de energie van conflict in mijzelf, gedrag van anderen veroordeel, en veronderstel dat ik door gedrag van anderen geïntimideerd wordt.

Als en wanneer ik in mijzelf de energie van conflict Gewaar ben, dan Stop ik en Adem. Ik realiseer mij zie en begrijp dat de energie van twijfel over de oprechtheid en vriendelijkheid van mensen mijn Zelfoprechte vriendelijkheid en Zelfoprechtheid negatief beïnvloed.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik twijfel aan de oprechtheid van mensen als zij vriendelijk zijn omdat vriendelijkheid voor mij een dubbele boodschap bevat omdat ik de energie van conflict en agressie in mijzelf onderdruk. 

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik vriendelijkheid associeer met gedrag dat ieder moment kan omslaan in vijandigheid.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik de gedachte had om mijn collega op te wachten om hem een pak slaag te geven.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik mijn gevoelens van vijandigheid onderdruk achter een masker van vriendelijkheid omdat ik gevoelens van schaamte ervaar als ik eraan denk dat ik met agressie mijn gevoelens van conflict wil rechtvaardigen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik iemand fysiek geweld wil aandoen omdat ik in mijzelf de energie van boosheid en haat gevoelens onderdruk heb, die ik mij Gewaar werd naar aanleiding van de boosheid en haat die ik waarnam in de ogen van mijn collega. 

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik de energie van boosheid en haat in mijzelf heb toegestaan naar aanleiding van de momenten waar ik samenwerkte met mijn vader en van hem vaak kritiek kreeg op mijn bijdrage.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat tijdens mijn werk toen mijn stinkende best deed om gerespecteerd te worden en dat ik mijn gedachte dat ik niet gerespecteerd werd, omdat ik veronderstelde dat alles wat ik deed, daar vervolgens kritiek op volgde.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik in mijzelf gedachten heb toegestaan en veronderstelde dat overleg en dwang om mee te werken in de zaak vanzelf sprekend werden, terwijl mijn vriendjes gezellig samen aan het spelen waren.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik een hekel kreeg aan samenwerken, want samenwerken is niet gezellig, en daarnaast wordt mijn bijdrage tóch nooit gewaardeerd.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik vervolgens andere manieren ging zoeken om wel waardering te ervaren.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik mij heb aangepast aan de energie van conflict en verwarring, die ik in mijzelf onderdrukt heb omdat er geen overleg was over de manier van samenwerken.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik mijzelf negatief evalueerde omdat ik geen uitleg kreeg voor de beweegredenen van mijn vader end act dat alles wat ik doe toch negatief wordt beoordeeld door hem. 

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik mij aangepast heb en onderworpen aan de wisselende (agressieve stemmingswisselingen van mijn vader) en angst heb ontwikkelt voor kritiek omdat ik dacht dat mijn bijdrage en mijn zijn als Zelfoprecht fysiek wezen werd betwijfeld.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard dat ik daarnaast de angst voor waardering in mijzelf heb aanvaard en toegestaan omdat ik dacht dat ik niet perfect, als mens mislukt was en minderwaardig, in mijzelf de energie van onzekerheid heb ontwikkelt omdat ik veronderstelde dat mijn Zelfoprechte waardigheid en mens-zijn niet werd gerespecteerd.