Dag 483 Oprecht Zeen.

Oprecht Gewaarzijn: mijn innerlijk bewustzijn oprecht onder ogen zien en ‘herkennen’.

Binnen het Roermonds en Limburgs dialect heeft het woord ‘Zeen’ meerdere betekenissen:

Zien, het onder ogen zien.

Zijn, bestaan, worden.

Zijn, wie ik ben en wil worden.

https://nl.m.wiktionary.org/wiki/zeen

Oprecht herkennen van hetgeen zich innerlijk binnen mijn mind bewustzijn manifesteert is ‘een dingetje waaraan ik veel tijd aan en energie in investeer’.

Inmiddels realiseer ik me dat ik genoeg heb van het accepteren van de mindere versie van mezelf. Ik ben het beu om beperkingen en compromissen in mezelf te accepteren en toe te staan.

Ik ben het beu om manieren te vinden en het hoofd te bieden aan ‘minder zijn’. Dit in relatie tot mijn innerlijk weten ‘hetgeen ik praktisch kan en wil zijn’.

Ik realiseer me, zie en begrijp dat ik innerlijk middelmatigheid heb aanvaard en toegestaan, ‘hetgeen ik ben geworden in mijn denken en gedrag’, hetgeen norm en meetlat werd waarlangs ik mezelf, ‘vaak negatief’, beoordeelde.

In deze blog:

De specifieke details van het ontwerp van middelmatigheid en ‘hoe we actief onszelf en ons grotere potentieel onderdrukken en ons compromitteren aan hetgeen we innerlijk toestaan’.

Wat we hier precies kunnen beginnen te doen, ‘nu’ om de melodie te veranderen die we in onze hoofden hebben gespeeld.

In plaats van onszelf en ons potentieel te verminderen begeven we ons op een pad van groei en expansie in tegenstelling tot vermindering, teleurstelling en defeat.

Defeat:

win a victory over: “They defeated our team by three goals”
verslaan

the loss of a game, battle, race etc: “His defeat in the last race depressed him”
nederlaag

de’feated (Bijvoeglijk naamwoord)

(negativeundefeated): “a defeated enemy.”
verslagen

de’featism (Zelfstandig naamwoord)

a state of mind in which one expects and accepts defeat too easily: “The defeatism of the captain affects the rest of the players.”
defaitisme

de’featist (Zelfstandig naamwoord)

(of) a person who gives up too easily and is too easily discouraged: “She is such a defeatist”
defaitistisch

to defeat overwinnen (ww.) ; verslaan (ww.)

the defeat het verlies ; de nederlaag ; overwonnen-worden (znw.) ; de mislukking (v) ; de flop (m) ; de afgang (m) ; het fiasco ; de misser (m) ; het echec ; de verijdeling (v)

defeat bevangen ; zegevieren

EN: defeat one’s own ends

NL: zijn doel voorbijstreven

EN: own one’s defeat

NL: z. gewonnen geven

2 voorbeeldzinnen met ‘defeat

EN: That’s a very defeatist attitude! ‘Dat is een erg verslagen houding Jan’.


  1. EN: He accused me of his defeat. ‘Hij beschuldigde mij van zijn nederlaag’.

Wordt vervolgd.